Kerkmuziekonderzoek Nederland

LiedboekenTheoloog en musicus dr. Hanna Rijken onderzocht de ‘kerkmuzikale ontwikkelingen in Nederland in de afgelopen jaren na het verschijnen van het Liedboek in 2013’ en presenteerde de resultaten eind 2021. Er deden 600 gemeentes en parochies mee van in totaal 22 denominaties.

In de PKN zijn er twee grote tendensen. Enerzijds een beweging richting oecumenisch-protestantse liturgie, met ook koorzang, aandacht voor het kerkelijke jaar, vespers en met meer gezongen onderdelen, zoals een gezongen geloofsbelijdenis of het Kyrië en het Gloria. Anderzijds is er een beweging met meer lichte muziek, soms richting evangelische liedcultuur. In bepaalde delen van met name de PKN zijn beide bewegingen aanwezig, en dat kan soms tot spanning en polarisatie leiden.

Daarnaast zijn er uit de resultaten drie stromen te onderscheiden: de stroom die het Liedboek (2013) gebruikt, de stroom die veelal uit Opwekking zingt en de stroom die zingt uit het Psalmboek van 1773. De stromen Liedboek en Opwekking zijn in de praktijk twee gescheiden werelden. Verder zijn er veel gemeenten die naast hun hoofdbundel uit een tweede bundel zingen. In Nederland bestaat een enorme diversiteit op het gebied van muziekpraktijken en er is veel dicussie over de veranderingen die daar bijhoren.

Kijkend naar de betekenis van het lied achten de respondenten het kerklied ‘onmisbaar’, ‘cruciaal voor een eredienst’ en ‘van onschatbare waarde’. Sommigen geven aan niet te kunnen geloven zonder het kerklied of niet meer naar de eredienst te komen als er niet meer gezongen zou worden. Ook het verbindende karakter van muziek wordt genoemd, zowel ‘de onderlinge verbondenheid’ als ‘de verbinding met God’. De zang maar ook breder de muziek, is als een voertuig dat de ziel omhoog beweegt naar God, als een middel om te naderen tot Gods liefde.

  • Hits: 140